Als kind wilde ik ontdekkingsreiziger worden. Met een vriendinnetje pakte ik in de vakanties een rugzak in met boterhammen, een blikje 7-Up en een appel, en dan gingen we naar het bos. Maar liefst vierhonderd meter van huis. Daar wandelden wij dan als een heuse Wipneus en Pim een tijdje rond.
Op een dag reed de moeder van een klasgenootje ons voorbij. Ze was totaal geschokt ons zo ver van huis aan te treffen, en maande ons in te stappen. Mijn moeder was net zo verbaasd als wij, toen we na een kwartier al weer voor de deur stonden. Weg avontuur.
Nog steeds ga ik graag op avontuur. Meestal ga ik dan iets verder dan het bos om de hoek, op zoek naar nieuwe bestemmingen, bruisende steden, onbekende culturen en adembenemende natuur. Het is nooit meer voorgekomen dat andermans moeder mij daar wegplukte en naar huis bracht, geschokt over hoe ver ik weer eens gekomen was.
Voor mijn zomerserie over de kracht van spelen besloot ik dit weekend weer eens dicht bij huis op avontuur te gaan, door met mijn zus de toerist te gaan uithangen in onze eigen provincie. Twintig minuten van huis hadden we een verrassend mooie dag.
We wandelen uren door heuvels en bossen. Wanneer we bijna doodgaan van de dorst, struikelen we in Schin op Geul onverwacht een Biergarten in. In Valkenburg eten we forel in een van de gezellige toeristische straatjes. We bespreken de Olympische wedstrijden met een Twents stel naast ons op het terras. Zij weten ook al lang ‘wie sjoon òs Limburg is’.
We zijn zó gewend aan onze eigen omgeving, dat we geneigd zijn de schoonheid ervan over het hoofd te zien. Maar je geest openstellen en nieuwsgierig zijn voor de verrassing in het bekende, is leuk. Met een open blik ligt het nieuwe gewoon om de hoek.