Mijn hart maakt een sprongetje wanneer ik in hartje Berlijn onverwacht tegen het (pop-up) Bürokratiemuseum aanloop. Als de Duitsers de spot gaan drijven met hun bekendste uitvinding, dan hangt er iets in de lucht.
In het piepkleine museum zijn muren, plafonds, vloeren en tafels van boven tot onder beplakt met onleesbare en onnozele wetten en verordeningen. Ook hangen er grappige foto’s, zoals van een bord dat aangeeft dat je maximaal twee uur rondjes mag rijden op een rotonde. Ik heb de grootste moeite om de meeste wetten te ontcijferen, maar de dame achter de balie verzekert me dat dat niet aan mijn Duits ligt. De wetten zijn gewoonweg onbegrijpelijk, en de aller stomste mogen daarom ter plekke door de shredder. “Bürokratie in ihrer schönsten Form”, staat op het zakje snippers dat ik meekrijg. Weg ermee!
Bij vertrek complimenteer ik de twee jonge meiden aan de receptie met hun optreden. Ze kijken me onbegrijpelijk aan. Om binnen te komen moest ik me (ter plekke) via een QR-code registreren, wachten op een e-mail met de bevestiging van mijn aanmelding, een app downloaden om het e-ticket te openen en dame 1 het ticket én mijn paspoort (??) laten zien om te bewijzen dat ik het echt zelf was die zojuist een e-ticket op haar eigen mailadres had ontvangen. Daarop overhandigde dame 2 me ook nog een gewoon kaartje, wat ik nergens voor nodig had want het museum was gratis. Overtuigd dat dit onderdeel was van de overdreven bureaucratisering die het museum juist aan de kaak stelde, besloot ik het spel mee te spelen.
“Dat was toch zeker één grote grap, die binnenkomst, met dat paspoort en zo?” probeer ik nog eens. “Nee hoor. We zijn verplicht om te weten wie er binnen is, voor het geval er iets gebeurt,” zegt dame 2 serieus. Opgelucht ik loop naar buiten. Ik dacht heel even dat zich de grootste Duitse transformatie aller tijden had vertrokken, terwijl ik even niet had opgelet. Maar nee hoor. We kunnen rustig ademhalen. Im Osten nichts Neues.