Ik ben er niet helemaal op bedacht dat zich in de stilte een idee opdringt: transformatie ontstaat alleen als je zelf iets anders doet dan wat je daarvoor deed. Als je meer wilt leren over dit interessante vakgebied (wat ik wil), moet je gaan. Alles loslaten. Zelf transformeren.
Het is november en ik zit ergens te schrijven. Soms ga ik er zo maar even tussenuit. Om te verstillen, mijn gedachten eens op te schrijven: waarop wil ik mijn energie de komende tijd gaan richten? Wat had ik altijd al eens willen doen? En welke stappen kan ik dan NU zetten, zodat het ook gebeurt?
Ik schrik van mijn eigen idee. Loslaten? Het gaat toch goed? Waar moet ik heen dan? O, en hoe dacht je je huis te betalen in de tussentijd? Allerlei argumenten om het niet te doen verdringen zich in mijn hoofd: mijn baan, de kansen, mijn collega’s, mijn huis, mijn salaris, het is eng, en dit, en dat en nog meer… ik geef het allemaal de ruimte en zie ze voor wat ze zijn: kletsargumenten omdat verandering spannend is. Maar ja, dat wist ik al. En dus?
En dus doe ik het. Met ruimte voor de spanning en de kriebels in mijn buik. Dat het oncomfortabel voelt, is precies de bedoeling. Ik vertel het al jaren tegen iedereen die het wil horen: als je verandering wilt brengen, moet je zelf veranderen. Dat geldt dus ook voor mij.
En zo startte ik op 1 april mijn eigen transformatie-experiment. In drie weken staan de contouren van mijn eigen bedrijf én van een boek dat ik altijd al eens wilde schrijven. Mijn podcast Transformatiekracht begint te lopen en ik heb de eerste gesprekken voor adviesklussen bij twee organisaties. Goh, ik leef nog!
Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan!