Het is stil en vredig om me heen. De eerste zonnestralen van de dag worstelen zich door de bomen. Een reiger staat muisstil langs de waterkant. Mijn adem maakt wolkjes in de lucht.
Ik wandel door de polders aan de rand van Delft, en kijk. Dat is altijd super leerzaam wanneer ik nadenk over transformatie. De overgang van de seizoenen, en vooral de moeiteloosheid waarmee dat gaat, is magisch. De herfst kondigt zich niet aan met één enkel moment. Ze sijpelt langzaam binnen. Spinnen nemen het leven over. Hun webben vangen de ochtenddauw. De zon moet meer moeite doen om de dag te verwarmen. De eerste bladeren kleuren voorzichtig rood en geel.
Ik ben stil en ineens merk ik het. De natuur lijkt stiller, teruggetrokken bijna. Er hangt iets in de lucht wat ik vorige week nog niet voelde. De natuur is aan het veranderen. Ze maakt zich klaar voor een tijd van rust en reflectie. Onze herfst is formeel al even begonnen, maar met de daling van de temperatuur is voelbaar dat het kantelpunt nu echt voor de deur staat.
Verandering komt nooit met een grote knal. In plaats daarvan sluipt het leven langzaam een nieuwe fase in. Antropologen noemen deze fase ‘het ondertussen’. Als je erin zit, weet je het eigenlijk niet. Maar je merkt wel dat je nog niet goed weet waar het naartoe gaat en je voelt het ongemak.
Bewust aan de slag gaan met het ondertussen, er op reflecteren en rituelen organiseren, helpt om grip te krijgen op het proces van verandering. Zo maak je dat wat is, betekenisvol.
En dan, opeens, besef je: er is iets veranderd. We zijn er doorheen. We zijn ergens anders. Je merkt het achteraf. Hoe mooi om dat te observeren, en er gebruik van te maken. Zodra je het opmerkt weet je: nu liggen er tal van nieuwe kansen voor het oprapen.
Wat stil lijkt, is vaak al in beweging. 🍂